Een van de meest merkwaardige anekdotes over het klooster van Montserrat vond plaats in 1940 en het was het bezoek van een van de opperhoofden van Nazi-Duitsland, namelijk niemand minder dan het hoofd van de gevreesde SS Heinrich Himmler.
Tot zover de aandacht. Wat doet een van de hoogste functionarissen van het naziregime in een regio waarmee hij (a priori) geen enkele band heeft. Of specifieker, wat doet hij in een bestemming die zo nauwkeurig is als Montserrat (hoewel het waar is dat Himmler, toen hij in Spanje was, ook andere plaatsen bezocht, zoals Toledo en Madrid). Maar het vreemdste deel van dit verhaal is niet wie, waar of wanneer, maar waarom: wat deed Hitlers tweede man in het klooster van Montserrat? Niets meer en niets minder dan zoeken naar de Heilige Graal.
De SS had een occulte afdeling die Ahnenerbe heette. Hun doel was niets meer en niets minder dan het onderzoeken van de oorsprong van het Arische ras, inclusief het zoeken naar relikwieën (sommige echter dan andere) van de religie. In feite kwam Hitler in het bezit van de vermeende speer waarmee Jezus aan het kruis was doorboord, die volgens de legende het lot van de wereld zou geven aan de handen die deze speer bezaten.
De Heilige Graal, verborgen in Montserrat?
Met deze bedoelingen ging Himmler naar Montserrat, waar hij werd ontvangen door pater Ripol. Volgens sommige theorieën zou de Heilige Graal, de kelk die werd gebruikt bij het Laatste Avondmaal, verborgen kunnen zijn in Montserrat. Dit idee werd geïnspireerd door Arthurlegendes en het boek Parzival van Wolfram von Eschenbach, waarin Montsalvat wordt genoemd, een plaats die sommigen met Montserrat identificeerden.
De nazi’s geloofden blijkbaar in de theorie dat Jozef van Arimathea de kelk van het Laatste Avondmaal van Christus meenam naar Europa en verborg in Zuid-Frankrijk. Daar zochten de Duitsers er tevergeefs naar, in de overtuiging dat ze het in het kleine Gallische dorpje Montségur zouden vinden. Vanwege de nabijheid en het geloof dat er geheime tunnels en gangen in Montségur waren, ging de nazileider naar het klooster om zijn schat te vinden.
Daar vroeg hij om inzage in alle documenten met betrekking tot de Heilige Graal, maar de legende vertelt dat de monniken hem niet enthousiast ontvingen en zelfs probeerden zijn vragen en pogingen tot onderzoek af te buigen, tot het punt dat Himmler het klooster in een woedeaanval verliet (en zonder de Heilige Graal).
Volgens de legende wilde Himmler La Moreneta ook niet kussen, dus hij vertrok uiteindelijk zonder verdere gevolgen en, duidelijk, zonder te vinden wat hij zocht.